De Werking van de Heilige Geest in de Prediking
Zijn Krachtige Werking in Enfield
Het is 8 juli 1741. Hij is uitgenodigd om te komen preken in Enfield, Connectiecut, in Amerika. Hij is een grote en bekende theoloog. Zijn tekst is uit het Oude Testament. Deze luidt, “Mijne is de wrake en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de dingen die hun zullen gebeuren, haasten”(Deut. 32:35). Het gaat hem vooral om het schuingedrukte gedeelte. Nee, zijn tekst is dit keer niet het zoete evangelie. Maar hij verkondigt de boodschap met alle ernst. In alle levendigheid houdt hij zijn hoorders voor wat de hel inhoudt. Een echt bestaande, gruwelijke en vurige plaats. Hij spreekt zijn gemeente als volgt aan, “O zondaar! Bedenk het vreselijke gevaar waar u zich in bevindt. Het is een grote oven van toorn, een brede en bodemloze put, vol van het vuur van de toorn, over welke u vastgehouden wordt in de hand van God. Zijn toorn wordt evenzeer uitgelokt over u en Hij is verbolgen over u, zoals de vele verdoemden in de hel. U hangt aan een dunne draad, waar de vlammen van goddelijke toorn omheen flitsen. U staat klaar om elk moment te schroeien en in stukken te branden. U hebt geen belang bij enige Middelaar. U heeft niets om aan te grijpen of uzelf te behouden. [U heeft] niets om de vlammen van de toorn af te houden, niets van uzelf, niets dat u ooit hebt gedaan, niets dat u kan doen, om God te bewegen u te sparen.” Als hij bijna aan het einde van zijn preek is gekomen zegt hij, “Daarom laat ieder die nog buiten Christus is, nu ontwaken en vluchten van de toorn die komt.” Tijdens de preek onderbreken de hoorders de dominee verschillende keren. Ze kermen en roepen het uit, “Wat zal ik doen om zalig te worden?” Velen worden krachtig overtuigd van zonde en bekeren zich. Velen vluchten tijdens deze dienst tot Christus. Dit is de bekende preek van dominee Jonathan Edwards. Zijn thema is, “Zondaren in de Handen van een Toornig God.”1 Dit gebeurt in de tijd van de Grote Ontwaking. Het blijkt duidelijk dat de Heilige Geest hier krachtig aan het werk is. Maar hoe is vandaag te merken dat de Heilige Geest in de kerkdienst aanwezig is? Hoe is te zien dat de Heilige Geest de dominee ondersteunt? In pinkster-gemeenten gaan mensen dan in ‘tongen’ spreken. Ze spreken klanken uit die voor vele hoorders onverstaanbaar zijn. Anderen die Heilige Geest schijnen te ontvangen springen heen en weer op het podium. Weer anderen vallen voorin de kerk achterover ‘in de Geest.’ Maar is dat werkelijk hoe Heilige Geest aanwezig is? Als we Paulus erop na slaan, mogen we toch wat anders verwachten. Het spreken in tongen heeft een voorwaarde. Iemand anders in de gemeente moet het kunnen vertalen, “En zo iemand een vreemde taal [dat is in tongen] spreekt, dat het door twee of ten meeste drie geschiede, en bij beurten, en dat één het uitlegge” (1 Cor. 14:27, zie ook vs. 13). Dit laat zien dat er orde is. Ook moet er uitleg zijn van het spreken in tongen. Zou de Heilige Geest dan niet meer in Reformatorische kerken werken? Gelukkig wel. Maar hoe is dat dan merkbaar? Wordt de dominee dan emotioneel of juist niet? Gaat hij spreken met stemverheffing? Laten we eerst bekijken wat deze zalving niet inhoudt. In het Engels noemen we dit, “preken met unction.”
Verkeerde Denkbeelden over Zalving
Wat is de zalving van de Heilige Geest niet? Dit kunnen we samenvatten met, “Een werkzaamheid in de prediking die de mens niet van zichzelf kan hebben.” De zalving is iets van boven. Iets van buitenaf. Iets wat de predikant niet van zichzelf heeft. In de eerste plaats is het dus niet de emotie van de predikant op zichzelf genomen. Een predikant kan staan huilen op de preekstoel vanwege het lot van zijn hoorders. De ene predikant is emotioneler dan de andere. De ene toont het meer dan de ander. Op zichzelf heeft emotie niets te maken met het werk van de Heilige Geest. Als tweede heeft zit het niet in het krachtig spreken van de dominee. Hij kan spreken met stemverheffing. Zelfs zo hard dat u door het bazuingeluid van zijn stem bijna de kerkbank wordt uitgeblazen. Hij kan meeslepend spreken. U wordt helemaal meegenomen in de preek. De predikant kan zelfs zeer indringend spreken. Maar dat zijn zaken die een predikant met spreektechnieken kan aanleren. Een prachtig voorbeeld van dergelijke prediking is het moment dat de Heere voorbijgaat aan Elijah die in de rots staat. Eerst in een krachtige storm, daarna in aardbeving, en dan met een vuur, Maar we lezen bij al die keren dat “De HEERE was niet in [de wind, aardbeving, en het vuur]” (1 Ki. 19:11-13). Als derde heeft het ook weinig te maken met een goede Bijbelse en goed voorbereidde preek. Dus een preek die de Bijbel goed uitlegt, praktisch, of bevindelijk is. Een preek die de dominee goed voorbereid heeft. Uiteraard heeft de dominee de taak om de Bijbel te onderzoeken. Hij zal deze goed moeten uitleggen. Ook behoort hij zich zeer zeker goed voor te bereiden. De preek mag uiteraard ook gestructureerd en gebalanceerd zijn. Daarnaast is bevinding in de prediking zeker nodig. Maar deze zaken hebben op zichzelf weinig te doen met de zalving met de Heilige Geest. De dominee kan vanwege zijn opleiding en met voorbereidende studie deze zaken op de gemeente overbrengen. Als laatste kunnen we zeggen dat het niet te maken heeft de achtergrond en opleiding van de predikant. Iemand kan goed gestudeerd hebben, vele graden hebben, en een goede jeugd hebben gehad. Maar dit heeft weinig te maken met de zalving van de Heilige Geest. Het kan zelfs een verhindering ervoor zijn. Want een eenvoudige boer kan de hulp van de Heilige Geest meer krijgen dan een welgestudeerde collega. Al deze zaken kan een predikant van nature hebben of door het gebruik van studie toe-eigenen.
Kenmerken van de Zalving
De vraag dan is, wat is de zalving van de Heilige Geest dan wel? Hoe is wel te merken dat de Heilige Geest werkt? Als eerste merkt u dat er een knop omgaat. Er zit een merkbaar verschil tussen daarvoor en daarna. Het is alsof iemand ineens een lichtknop heeft aangezet. Niet langer is de prediking dor en droog. Niet langer is die alleen nuttig voor het verstand. Maar nu komt dit uit het hart van de prediker. Dat is te merken. Er komt leven in de prediking. Er komt een geur vanaf. Er zit verfrissing in de prediking. Ineens zit er smaak aan. Vergelijk het met het verschil van iemand die eet. De één is ziek en eet omdat het nodig is. De ander heeft honger en krijgt een heerlijke maaltijd opgediend. Hij zit er intens van te genieten. Zo zit de ware hoorder ook in de kerk. Hij kan intens genieten van een prediking waarin de Heilige Geest aanwezig is. Hij vindt het jammer als de dominee amen zegt. De tijd gaat dan veels te vlug voorbij. Als tweede hoort u dat de predikant gunnend en nodigend wordt. U merkt, als hij het zou kunnen, dat hij de zaligheid aan de gehele gemeente zou willen geven. Zijn wens is dat de hele gemeente zalig zou worden. Hij wil de gemeente niet het verderf ingaan. Hij wenst Gods werk in ieders hart. Hij zou als het ware al zijn goederen willen weggeven voor de zaligheid van de gemeente. Als derde ziet u dat de dominee vrij staat te preken. Hij is vrij in de woorden die hij spreekt. U merkt dat zijn handgebaren niet gemaakt zijn, maar vrij en natuurlijk. De dominee is niet langer is hij gebonden aan zijn papier of schets. Het is voor hem niet langer ploegen op rotsen. Niet meer een mechanische handeling. Maar hij mag het doen. Hij wil het ook. Hij wenst ook niet anders. Hij mag nu eenvoudigweg naspreken wat God hem zegt. Hij hoeft het niet meer alleen te doen. Maar het is een ontvangen en doorgeven. U kunt dit vergelijken met een Petrus. Nadat hij bevrijd was van zijn gevangenneming, stond hij vrij te preken in de tempel. Hij voelde niet langer de hindernissen zoals hij die had in de zaal van Kajafas. Maar hij sprak vrijmoedig (Hand. 4:13). Als vierde is het te zien en te horen aan de lichaamstaal van de predikant. Er komt een glans op zijn gezicht. Er straalt nu een hemelse vreugde van hem af. Het is net als bij Stefanus van wie beschreven staat dat hij het “aangezicht eens engels” had (Hand. 6:15). De prediker mag nu zelf ook die hemelse vreugde ervaren en smaken. Hij is zo blij als een klein kind als hij dit mag ontvangen. Het is zoals een predikant schreef na een dergelijke gebeurtenis, “Tijdens de middagdienst gaf de Heere vrijheid. Dat is iets wat je jezelf niet kan geven, maar je hebt de vreugde van een kind als de Heere bevestigt dat Hij dan van je af weet door deze zaak te geven.” U kunt het ook merken aan zijn stem. Deze wordt zacht, lokkend, en nodigend. Een prediker die een leeuw is, wordt dan een lam. Er komt een bepaalde liefelijkheid in zijn stem. Het laatste kenmerk is dat meerderen in de gemeente het merken. Zowel de prediker als gemeente merkt het. Het legt beslag. Vooral Gods ware kinderen merken het op, hij werd van boven geholpen. Als u na de dienst met enkelen van hen zou spreken, dan krijgt u de bevestiging dat ze hetzelfde ervaren hebben. Het is niet de zaak van een enkeling, maar van meerdere personen. Zulke diensten staan in uw geheugen gegrift. Die vergeet u nooit meer.
Belemmering en Bevordering
Maar wat bevordert of verhindert de zalving van de Heilige Geest? Want deze zalving gebeurt niet bij iedere kerkelijke gemeente gebeurt of onder elke predikant. Soms moet een predikant van een gemeente zeggen, “Het is hier ploegen op rotsen. Er is met preken geen doorkomen aan. Ik moet mijn woorden haast van me afsmijten.” In zo’n gemeente is er iets wat de Heilige Geest weerhoudt om te werken. Ook gebeurt deze zalving niet iedere dienst. De zalving met de Heilige Geest heeft zowel met de predikant als met de gemeente te maken. Waar moeten we dan aan denken? Aan de ene kant de zijde van de predikant. Verschillende zaken zijn nodig. Allereerst dat hij een waar kind en knecht van God is. Dit is fundamenteel. Als een predikant God niet kent, kan hij er ook niet uit spreken. Als hij niet door God gezonden is, hoeft hij ook geen zegen op zijn werk te verwachten. Als tweede dat hij een biddende predikant is. Zonder zijn gebed hoeft hij niet te verwachten dat de Heere hem helpt. Toch is het oprecht bidden niet het uitspreken van woorden. Maar het is een hartelijk zuchten op de leiding van de Heilige Geest. Dit gebed komt op uit het hart. Daar komt bij dat het noodzakelijk is dat predikant behoeftig is. Zolang een predikant het zelf nog kan met studie en voorbereiding, heeft hij ten diepste de Heilige Geest niet nodig. Maar als hij het zelf ook niet meer weet en zich afhankelijk weet van de Geest, dan kan de Heere wat aan Zijn knecht kwijt. Als het goed is merkt de gemeente dit ook aan de dominee. Het is te zien hoe hij de kerk binnen komt lopen. Dan is er geen hoogmoed meer, maar een oprechte nederigheid. Daarnaast behoort de predikant naar het Woord te leven. Een heilig leven. Dat wil niet zeggen dat hij zonder zonde is. Absoluut niet. Maar de Heilige Geest werkt niet bij een dominee die in de zonde blijft leven. Hieronder vallen niet alleen uiterlijke zonden, zoals een zonde tegen het zevende gebod, maar ook zonden van hoogmoed of zoeken van eigen eer.
Aan de andere kant, de zijde van de gemeente. De Heilige Geest kan niet werken als er zaken zijn binnen de gemeente die Hem bedroeven. Daarbij kunt u denken aan onderlinge verdeeldheid of het toelaten van openbare zonden. Daarom is het uitvoeren van de kerkelijke tucht uiterst noodzakelijk. Dit is duidelijk te lezen in de Efeze brief, “Bedroeft den Heiligen Geest Gods niet…Alle bitterheid en toornigheid en gramschap en geroep en lastering zij van u geweerd, met alle boosheid”(Ef. 4:30-31; vgl. Opb. 2:4-5). Uiteraard is het niet zo dat binnen een gemeente geen zonden meer zouden zijn, of dat iedereen goed met elkaar overweg zou kunnen. Geen gemeente op aarde is volmaakt. Op elke gemeente is genoeg aan te merken. Maar het gaat om het algehele principe van de gemeente. Daarnaast is het nodig dat het een biddende gemeente is. Een gemeente die niet voor haar predikant bidt, hoeft niet te verwachten dat de Heilige Geest werkt. Daarbij gaat het om een hartelijk bidden om Zijn werking. Het betekent dat er binnen de gemeente behoefte is om Gods Woord en stem te horen. Als dat er niet is, is er ook geen oprecht gebed. Dan zal de Heilige Geest geen noodzaak zien om de prediker van voedsel te voorzien. De keerzijde is dus als de gemeente niet bidt voor haar predikant dat de Geest niet werkt. Natuurlijk is de Heilige Geest niet afhankelijk van de mens. Dat zeker niet. Maar God voert Zijn raad wel uit op het gebed. Het is een middel waardoor God werkt. Een belangrijk punt is wel dat God het gebed zelf moet geven. Een gemeente kan haarzelf niet forceren in het gebed Dat zijn ten diepste geen echte gebeden. Maar als het recht ligt, zal de gemeente ook gebed krijgen voor haar predikant. De keerzijde is dat de gemeente soms geen gebed kan krijgen voor haar predikant. Het kan zijn dat er dan ofwel onenigheid binnen de gemeente is. Of er is dan iets aan de hand met de predikant waardoor de Heilige Geest tegengehouden wordt. Daarmee blijkt dat het een duidelijk verschil kan zijn of de Heilige Geest de predikant ondersteund of niet.
1 Preek van Edwards, https://digitalcommons.unl.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1053&context=etas